Bij veel gemeentes, en bij de gemeente Tilburg is dit niet anders, omvat het brede takenpakket veel repeterende administratieve handelingen. Tegelijkertijd hebben gemeentes op het vlak van privacy en verslaglegging te maken met andere regels en beperkingen dan commerciële organisaties. Door deze omstandigheden zag Harvey van de Meer, Innovation Lead bij gemeente Tilburg, kansen voor robotics. Hij vertelt: “Na een succesvol testtraject met een gratis ‘instapversie’ van UiPath besloten we het serieuzer aan te pakken.” Al snel waren er drie casussen in beeld om op te pakken met robotics: de Meedoenregeling, de Wmo en de Wabo.
De drie casussen die werden aangepakt hadden allemaal te maken met veel repeterend werk. De Meedoenregeling is een regeling waarbij minima een bijdrage kunnen aanvragen voor bepaalde activiteiten, zoals het beoefenen van een sport. Het verwerken hiervan vereist veel manuele handelingen: persoonsgegevens worden bijvoorbeeld gecontroleerd in het ene systeem, terwijl de inkomensgegevens weer in een ander systeem moeten worden getoetst. Voor een regeling die zo’n 3.000 keer per jaar wordt aangevraagd, zijn dat dus heel veel repeterende manuele handelingen. Daarnaast zijn er nog verschillende uitzonderingen waar rekening mee moet worden gehouden.
De Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) is bedoeld om mensen te ondersteunen zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Ze kunnen hiervoor een verzoek indienen op een portaal. Achter dat portaal ligt een langdurig manueel proces, waarin ook weer in verschillende systemen gewerkt moet worden. Kortom, veel repeterende handelingen voordat een medewerker überhaupt aan de inhoud toekomt.
Mensen die een vergunning willen aanvragen voor een verbouwing krijgen te maken met de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Dergelijke aanvragen bevatten altijd veel bijlages, soms wel meer dan vijftig. De afdeling die verantwoordelijk was voor de afhandeling van de Wabo kampte hierdoor structureel met een hoge werkvoorraad, waardoor ze niet in staat waren om deze aanvragen binnen de wettelijk vastgestelde periode af te handelen.